Bij blackjack hebben alle speelkaarten een bepaalde waarde. De kaarten met een cijfer, zoals, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 hebben hun eigen waarde. De aas kan de waarde 1 of 11 hebben en de plaatjeskaarten, zoals boer, vrouw en koning hebben elk een waarde van 10. Welke kleur of symbool een kaart verder heeft, zoals harten aas of schoppen tien maakt voor de waarde zelf niet uit. Er zitten geen jokers in het spel bij blackjack.
De speler kan zelf bepalen of de aas 1 of 11 waard is, maar voor de dealer gelden andere regels. Bij 17 punten inclusief een aas geldt dat de aas altijd als een kaart met een waarde van 11 punten moet worden beschouwd. Dat is dan een extra voordeel voor de speler, want die kan bij 17 punten inclusief aas zelf bepalen of de aas 1 of 11 waard is.
Zachte hand en harde hand
Er zijn een aantal termen die voorkomen bij het spelen van blackjack, waaronder de zachte hand en harde hand. Bij een soft hand is er spraak van een aas die als 11 kan worden gerekend zonder dat daarbij het aantal punten van 21 punten wordt overschreden. Bij een harde hand is er sprake van een totaal bij het bereken van de som van de handen. Bij een harde hand met een aas kan deze niet voor 11 gerekend worden zonder boven het totaal uit te komen.
Een voorbeeld van een harde hand is een kaart met een waarde van 6 en een kaart met een waarde van 10. Er wordt dan gesproken van een harde hand met 16 punten. Bij een hand met twee azen is er sprake van een zachte hand met 12 punten. Is er sprake van een hand met twee azen en een zes, dan betreft het een harde hand van 18 punten. Bij een aas met een 7 en een 2 wordt er weer gesproken over een zachte hand met 20 punten.